De eerste etappe van de Vuelta bevat 1 van de zwaarste disciplines van het wielrennen, namelijk de ploegentijdrit. De renners starten en finishen bij de jaarbeurs, al zullen ze eerst een technisch parcours door Utrecht moeten afleggen. De laatste keer dat er een ploegentijdrit zat in de Vuelta was in 2019, Astana was de verrassende winnaar van deze ploegentijdrit. De topfavoriet Jumbo Visma had pech, omdat er een aantal renners onder uitgingen. De ploeg kwam hierom op 40 seconden van de winnaar binnen. De eerste ploeg start om 18:30 en de laatste ploeg finisht naar verwachting om 20:25.

Helemaal vlak is de tweede etappe van de Vuelta niet, maar we zullen het geen bergen noemen. Voordat de renners wat hoogtemeters gaan maken starten ze in Den Bosch bij de Citadel en rijden ze een geneutraliseerde ronde door Den Bosch. De officiele start zal zijn bij de Brabanthallen, daarna rijden de renners noordwestwaarts. Vlak voor de Biesbosch gaat het weer de andere kant op. De Amerongseberg is de enige berg waar de renners de eerste punten kunnen pakken voor de bergtrui. De Amerongsberg is een klim van 2,1 km lang en heeft een gemiddelde van 2,4% steiging. De finishlijn is getrokken bij Utrecht Science Park.

De laatste etappe in Nederland en de derde etappe van de Vuelta start en finisht de renners in Breda. De officiele start is aan zuidzijde van de stad op de ulvenhoutselaan, vervolgens zetten de renners koers naar Alphen-Chaam en Baarle-Nassau. Via een lus tegen de klok komen de renners door Dongen, Oosterhout, Zevenbergen, Steenbergen, Bergen op Zoom en hoogerheide waar Mathieu van der Poel in 2018 Nederlands kampioen werd. Daarna rijden de renners via Roosendaal, Rupchen en Sint-Willebrord weer terug naar Breda. De finish ligt in Breda voor het Chassé Theater.

Na de eerste rustdag en reisdag voor de renners starten de renners op de vierde dag weer in Spanje. Na een relatief vlakke aanloop van 60 km zullen de renners de eerste Spaanse heuvels moeten bedwingen. In de vierde etappe van de Vuelta zijn er 2 bergpunten te verdienen. De heuvels waarop dit kan zijn de Puerto de Opakua (5km à 6,95) en de Puerto de Herrera (7,3km à 4,8%). Al zijn dit de enige twee gecategoriseerde klimmen zijn moeten de renners toch wel vaker een aantal heuvels over, zo is de weg naar de finish ook zeker niet vlak met 800 meter aan 10 procent gemiddeld is het no een aardige punch. De renners finishen de etappe in Laguardia waarschijnlijk rond 17:30.

De renners starten de vijfde etappe in Irún. Irún was al eerder der start plaats van de eerste etappe in de Vuelta in 2020, toen was het de vervangende startplaats van Utrecht waar de Vuelta niet kon starten vanwege de coronapandemie. Primoz Roglic won de etappe van Irún naar Arrata en pakte daarmee ook gelijk de rode trui, hij won toen voor Richard Carapaz. De finale van etappe vijf is wel minder zwaar dan van de etappe de voor laatst finishte in Bilboa.dat het minder zwaar is zal echter niet leiden tot minder spektakel. De renners leggen twee keer een ronde van 45 km af met daarin de Alto de Vivero een klim van 4,6 km à 8% die in het midden ook wel de dubbele cijfers in gaat. Na de laatste keer Alto de Vivero daalt de klim in 14km onafgebroken af naar de finishlijn.

Voor de zesde etappe van de Vuelta starten de renners in Bilboa en eindigen ze in Pico del Jano, wat een nieuwkomer is in de Vuelta. De streep is echter getrokken op de Pico Jano die een afstand heeft van 12,6 km aan 6,6% gemiddelde stijgingspercentage. De Pico Jano is een lastige opdracht zo stijgt de weg in km 3 à 4 met 9%, halverwege kunnen de renners een beetje bijkomen met een km vals platte weg. Dat uitrusten zullen ze wel nodig gaan hebben want de laatste 600 meter gaat de weg zo tegen 14,9% omhoog. Voordat de renners de slotklim bereiken hebben ze er al een flink aantal hoogtemeters opzitten.

Na de start in Camargo rijdt het peloton over heuvelachtig trein naar het zuidwesten. Het is zeker niet vlak maar de echte klim van de dag is toch wel de Puerto de San Glorio. Deze klim is 22,4 km lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 5,5%. Na de top van de Puerto de San Glorio dalen de renners af, maar zeker niet naar een hoogte waar ze vandaan kwamen. De route vervolgt zich ongeveer 1000 m boven zeeniveau. De laatste 23 km van de route zijn vlak.

Etappe 8 is niet al te lang, maar kent wel aardig wat bergen en is dus zeker niet makkelijk. Het is voor de renners dus aan te raden om warm aan de start te staan, want ze moeten na 9,8 km al klimmen. De eerste klim van de dag is de Alto de la Colladona (6,4 km à 7%), de volgende klim is de Alto de Mozqueta (6,8km à 6,6%) deze top ligt na 48 km dus moeten de renners na de Alto de Mozqueta nog 100 km. Na nog een aantal andere bergen te hebben bedwongen rijden de renners met nog een kleine 19 km te gaan richting de Collado Fancuaya, maar pas in de laatste 10 km is het serieus klimmen geblazen. Na een zware finale met in het laatste stuk 11% finishen de renners boven op de berg.

De laatste etappe voor de tweede rustdag zorgt over het algemeen altijd voor wat spektakel. De renners kunnen na de etappe lekker rusten maar moeten eerst nog etappe 9 overleven. Etappe 9 is 171,4 km lang en heeft wel geteld vijf gecategoriseerde klimmen over de etappe heen. De eerste vijftig km zijn rustig en maar na die 50 km moeten de renner toch echt een aantal aardige bergen over. Na een drietal bergen komen de renners aan bij de voorlaatste berg de La Campa (9,3km à 4,1). Na de La Campa volgt geen afdaling maar 13 km aan glooiende wegen leiden de renners richting de laatste klim, de Les Praeres de Nava. Deze klim is met 3,9 km à 12,9% niet normaal steil. De renners finishen boven op de berg.

Etappe 10 is de enige individuele tijdrit van deze editie. Bijna 31 kilometer over voornamelijke vlakke (ze zijn dus echt te vinden in Spanje) wegen. De start is in Elche waarvan uit er in oostelijke richting naar de kust wordt gereden, de laatste 15 km gaan noordwaarts naar de populaire badplaats Allicante waar de finish ligt. De klassementsmannen die geen tijdrit in de benen hebben zullen blij zijn dat dit de enige tijdrit is tijdens deze Vuelta.

De 11e etappe is een van de weinig uitgelezen kansen voor de sprinters. Vanuit de start volgt een heuvelachtig parcours dat eindigt in een vlakke finale. De sprinters gaan daar waarschijnlijk uitmaken wie met de winst naar huis gaat.

In de twaalfde etappe gaan we weer klimmen. De mannen met klimmersbenen moeten echter wel even wachten in deze langste Vueltarit. De aanloop is vlak te noemen en loopt langs de Spaanse zuidkust. Op ongeveer 20 kilometer van de finish zullen we de klassementsrenners in actie gaan zien. De finish ligt bovenop de Peñas Blancas (19 km à 6,7) in Estepona.

Een dag na de aankomst op de Peñas Blancas is het hoogstwaarschijnlijk weer aan de rappe mannen van het peloton. Er zijn geen noemenswaardige beklimmingen onderweg, maar het is ook geen moment vlak. Welke sprintersteams willen de hele dag de vlucht van de dag controleren?

In de veertiende etappe tussen Montoro en Sierra de la Pandera is er lange tijd geen sprake van een bergetappe. We hebben opnieuw een lange vlakke aanloop, maar na een dikke 100 kilometer koers doemt de Puerto de Siete Pilillas (9,9 km à 3,5%) op. Een klein voorproefje voor de enorm zware finale. Na twee ongecategoriseerde beklimmingen is er een soort tweetrapsraket. Na de Puerto de los Villares (10,4 km à 5,5%) rijden de renners op de welbekende Sierra de la Pandera (8,4 km aan 7,8%) naar de finish.

Na de presentatie van de route voor een grote ronde, wordt altijd gediscussieerd welke etappe de koninginnenrit is. De vijftiende etappe naar het skigebied in de Sierra Nevada voldoet zeker aan de criteria. Lange tijd rijdt het peloton over een glooiend parcours waar vast en zeker de strijd losbarst voor de vlucht van de dag. Maar pas na de passage door het mooie Granada gaat het klimwerk losbarsten. Vanuit Monachil staat de Alto del Purche (9,1 km à 7,6%) op het menu. Na een welkome afdaling staat het echte vuurwerk op het programma.

Na de welverdiende rustdag is het vandaag tijd voor de sprinters. Tenminste, als we het parcours moeten geloven. Het is vrijwel de gehele dag vlak. Toch zou het de Vuelta niet zijn om in de laatste kilometers nog een venijnig klimmetje (1,5 km à 6%) op te nemen. Als er ploegen zijn die de pure sprinters daar pijn willen doen, zullen ze dat zeker niet nalaten. De finishstreep is evenals in 2017 getrokken in Tomares, in de Spaanse provincie Sevilla. Destijds won Matteo Trentin één van zijn vier Vuelta-etappes.

Aanvallers opgelet! De zeventiende etappe tussen Aracena en Monasterio de Tentudía is ideaal voer voor de sterke aanvallende renners of klassiekerrijders met een punch. Julian Alaphilippe zal deze etappe zeker wel aangekruist hebben. Het is een etappe waar het geen meter vlak is en waar, zoals vaker, het venijn in de staart zit.

In de laatste dagen van deze Vuelta heeft de organisatie nog enkele mooie bergritten uitgekozen. Kort voor het slotweekend zijn er drie flinke beklimmingen opgenomen op de route tussen Trujillo en Piornal. Ruim over de helft van de achttiende etappe komen we al in Piornal aan om de eerste keer serieus te gaan klimmen.

In de negentiende etappe starten en finishen de renners in Talavera de la Reina in de Spaanse provincie Toledo. Het is een atypische etappe met twee rondes met daarin een meer dan stevige klim, maar vervolgens is de aanloop naar de finish biljartvlak. Tweemaal moet de Puerto del Piélago (9,3 km à 5,6%) bedwongen worden, waarvan de laatste top op ruim 40 kilometer van de finish ligt.

Nog één kans om het klassement eens flink op zijn kop te zetten in de Vuelta a España. Staat de winnaar al vast? Is er nog strijd om de podiumplekken en de overige ereplaatsen? Laten we hopen op vuurwerk tussen Moralzarzal en de Puerto de Navacerrada. Voor de renners staan vijf cols te wachten. Terwijl het merendeel van het peloton vooral bezig is om Madrid te halen, weten de klassementsrenners dat ze nog één dag alles moeten geven.

Op 11 september wordt na ruim 3 weken harde koers de Vuelta a España afgesloten met een korte, vlakke rit. Vanuit Las Rozas, een voorstad van Madrid, wordt er vast en zeker rustig gekoerst naar deSpaanse hoofdstad. Daar ligt een circuitje van 5,8 kilometer wat negen keer aangedaan wordt. In de laatste ronde gaan we zien welke sprinter deze prestigieuze finish op de Plaza de Cibeles gaatwinnen.